Wat is de betekenis van bajesklant?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bajesklant

m. (-en), „vaste bezoeker” van de gevangenis.

2025-07-17
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

bajesklant

(1912) (Barg.) gevangene. Ook wel: bajesgast. • Dan groetten de bajesklanten, die bekwame jongens, de dalvers en bivakkers, 't edelvolk en al 't gajes van de universiteit den rechercheur met een tik aan de pet en een knipoog van goede verstandhouding, doch altijd bescheiden alsof zij vooral zijn heimelijk politieschap niet wilden verra...

2025-07-17
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bajesklant

bajesklant - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die in de gevangenis zit (of heeft gezeten) Woordherkomst samenstelling van bajes en klant

2025-07-17
Woordenboekje Nederlandse Jiddisch

H. Beem (1975)

Bajesklant

vaste ‘klant’ van de gevangenis; alleen Nederlandse volkstaal.

2025-07-17
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

bajesklant

iemand, die veel in de gevangenissen terecht komt.

2025-07-17
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

bajesklant

bajesklant geleed woord Zie: bajes

2025-07-17
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-17
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)