Wat is de betekenis van bajeskar?

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

bajeskar

(1925) (inf.) celwagen. Ook: bajeswagen. Syn.: chocoladekar*; zespijper*. • (Jacobus van Ginneken: Handboek der Nederlandsche taal. 1914) • Als ze Els gepikt hebbe... hang jij an de bajeskar! (Israël Querido: De Jordaan: Amsterdamsch epos. Deel 4: Mooie Karel. 1925) • (J.G.M. Moormann: De geheimtalen. 1932) • (E.G....

2024-04-26
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

bajeskar

celwagen.

Gerelateerde zoekopdrachten