Wat is de betekenis van BADDING?

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Badding

BATTING, v. (-s), meskant bezaagde balk, dik ruim 6 cm en breed 10 tot 23 cm.

2025-07-15
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Badding

Meskant bezaagde balk, dik 65 mm en breed 130-165 mm.

2025-07-15
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Badding

Badding - of batting, rechthoekig bezaagd hout of balken, 6½ x (15, 16½ of 18) cm, lengte 4 tot 7 m, speciaal vuren of grenen vloerbinten, voor kleine overspanning. Zeer courant. Wordt veel toegepast in tijdelijke constructies als steigers en stellingen. In den houthandel gebruikt men speciale namen voor hetzelfde en gelijkvormig materiaal; bijv. r...

2025-07-15
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

badding

→ batting.

2025-07-15
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Badding

Badding of batting, meskant bezaagd stuk hout, zwaar 6,5 x 15, 6,6 x 16,5 of 6,5 x 18 c.M. Zeer courante buitenlandsche houtmaat, komt voor in lengte van 4 tot 7 M., van vuren en grenen hout. Wordt hier gebruikt voor kozijnhout en binten, is evenwel hiervoor, als het degelijk werk moet zijn, van te lichte afmeting, tenzij voor balken met kleine spa...

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

BADDING

v. (-s), plaat van Noorsch dennenhout (thans inz.) grenen vloerbint, ook wel met wat wankant er aan.