Wat is de betekenis van babysitten?

2024-04-27
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

babysitten

(werkwoord) [alg.] oppassen - Anna, kun jij morgenavond oppassen? Wij gaan uit eten en Jantje is nog te klein om mee te gaan.

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

babysitten

babysitten - onbekend woordtype, regelmatig werkwoord 1. toezicht op een kind houden ♢ terwijl Noëmi babysitte, hing haar vriend voor de televisie Onbekend woordtype: babysitten Regelmatig werkwoord: babysitten ik babysit ...

2024-04-27
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Babysitten

oppassen op kleine kinderen

2024-04-27
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-27
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)