Wat is de betekenis van Baarden?

2024-04-28
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Baarden

forse kafnaalden bij granen, welke men dan gebaarde granen noemt. De b. hebben evenals alle groene delen der plant een aandeel in de productie, doch ze worden bij granen niet gewaardeerd, daar ze bij de meeste rassen bezet zijn met scherpe tandjes, die het hanteren van het graan bij het oogsten onaangenaam maken en tevens het kaf weinig geschikt vo...

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Baarden

(baardde, heeft gebaard), 1. (waterb.) baardwerk maken; 2. uitbaarden, hekelen (hennep).

2024-04-28
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Baarden

Baarden - 1° bij v o g e l s, zie Veer; 2° Baarden of baleinen bij baardwalvisschen worden de groote hoornplaten genoemd, die men in de mondholte aantreft. Deze platen zijn homoloog met de dwarsloopende epitheellijsten, die ook bij een groot aantal andere zoogdieren in twee symmetrische dwarsrijen op het gehemelte voorkomen. Bij baardwalvisschen zi...

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

baarden

('ba:rdən) wkw. Dicht. baard krijgen.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Baarden

(baardde, heeft gebaard), 1. het maken van baardlagen van rijshout voor de aanleg van kribben in een rivier; 2. uitbaarden, hekelen (hennep).

2024-04-28
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Baarden

Baarden - van een walvisch, zie BALEIN.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

BAARDEN

(baardde, heeft gebaard), een baard krijgen het begint bij hem te baarden; — (waterb.) het maken van baardwerk.