baardeloos
baardeloos - Bijvoeglijk naamwoord 1. zonder baard Woordherkomst afgeleid van baard met het achtervoegsel -loos met het invoegsel -e-
Wiktionary (2019)
baardeloos - Bijvoeglijk naamwoord 1. zonder baard Woordherkomst afgeleid van baard met het achtervoegsel -loos met het invoegsel -e-
Van Dale Uitgevers (1950)
bn., 1. zonder baard: een baardeloos gezicht; 2. nog geen baard hebbende, opgevat als teken van onmondigheid: baardeloze knapen.
Jozef Verschueren (1930)
(‘ba:rdə) bn. (...loze) 1. Eig. zonder baard. Tgst. gebaard. 2. Metf. jong, onmondig: ...loze knapen.
J.H. van Dale (1898)
bn. zonder baard een baardeloos gezicht; — nog geen baard hebbende, opgevat als teeken van onmondigheid baardelooze knapen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: