Wat is de betekenis van baardeloos?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

baardeloos

baardeloos - Bijvoeglijk naamwoord 1. zonder baard Woordherkomst afgeleid van baard met het achtervoegsel -loos met het invoegsel -e-

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Baardeloos

bn., 1. zonder baard: een baardeloos gezicht; 2. nog geen baard hebbende, opgevat als teken van onmondigheid: baardeloze knapen.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

baardeloos

bn. (zonder baard; jong, onmondig); baardeloze knapen.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

baardeloos

(‘ba:rdə) bn. (...loze) 1. Eig. zonder baard. Tgst. gebaard. 2. Metf. jong, onmondig: ...loze knapen.

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

BAARDELOOS

bn. zonder baard een baardeloos gezicht; — nog geen baard hebbende, opgevat als teeken van onmondigheid baardelooze knapen.