baardbrandertje
(1861) (Vlaanderen) kort pijpje. Ook wel: neuswarmertje. • Ik had den man wel luidop willen bedanken voor zijn kostelijken inval ; want meermalen had ik reeds werktuigelijk naar mijn baardbrandertje getast. (Domien Sleecks: In 't schipperskwartier. 1861) • (Guido Gezelle: Loquela. 1892) • Baardbranderken, znw., o. — Kort aard...