baantjesgast
(19e eeuw) (havenarb.) iemand die op een schip werk verricht dat niet tot het scheepswerk behoort (bijv. timmerman of kapper). 'Hij is een echte baantjesgast': hij doet alsof hij aan het werken is. • Trouwens aan Drost als baantjesgast hebben we niets. Hij is een man des velds, hij hoort bij den troep... (A. Roothaert: De vla...