Wat is de betekenis van BAAIVANGEN?

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

baaivangen

(19e eeuw) (inf.) sierlijk schaatsrijden, ook wel schoonrijden genoemd. Zie ook: baaivanger*. • Baaivangen , vlug op schaatsen rijden. (Jan Holtrop: Engelsch en Nederduitsch Woordenboek. 1824) • Baaivangen, vlug op schaatsen rijden. Hierbij is niet opgegeven, hoe het vervoegd wordt, en of men zeggen moet : Ik vang baai, of Ik...

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Baaivangen

ww. (alleen in de onbep. wijs), vlug en zwierig schaatsenrijden; vgl. blokzeilen, fleuren.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

baaivangen

(vlug en zwierig schaatsenrijden); alleen in de onbepaalde wijs.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

baaivangen

('ba:i) wkw. sierlijk schaatsenrijden.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

BAAIVANGEN

ww. (alleen in de onbep. wijs), vlug en zwierig schaatsenrijden; vgl. blokzeilen, fleuren.

Gerelateerde zoekopdrachten