avonturen
avonturen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord avontuur
Wiktionary (2019)
avonturen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord avontuur
Genootschap Onze Taal (2001)
Aan welke taal is avonturen ontleend? a ‘de (spannende) uren van de avond’ (Middelnederlands:aventuren) b ‘de dingen die te gebeuren staan’ (Latijn: adventura) c ‘waarschuwing’ (Middelfrans: avertï).
J.H. van Dale (1898)
(avontuurde, heeft geavontuurd), (gemeenz.) wagen dat avontuur ik niet; ik zal ’t er maar op avonturen.
I.M. Calisch (1864)
Avonturen, bw. gel. (ik avontuurde, heb geavontuurd), wagen. *...TURIER, m. (-s). *...TURIERSTER, v. (-s). *...TUUR, o. (...uren), zonderling voorval; de avonturen, lotgevallen; op - varen, zonder bepaalde bestemming uitzeilen; op avonturen uitgaan, vreemdsoortige lotgevallen opzoeken. -LIJK, bn. en bijw. (-er, -st), ondernemend; toevallig.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: