Wat is de betekenis van autocontrole?

2024-04-29
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

autocontrole

(de) <bnl.> verplichte autokeuring, algemene periodieke keuring. Een man is er in geslaagd een ongeval te veroorzaken bij de autocontrôlé. - HN, 17-01-2003. zie automobielinspectie.

2024-04-29
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

autocontrole

Bij de wet verplichte keuring van oudere auto’s, autokeuring; ook in toep. op de officiële instantie die deze keuring verricht; ik moet pas volgend jaar voor het eerst naar de autocontrole.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)