Wat is de betekenis van AUTOCAR?

2024-04-29
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

autocar

touringcar, bus Dat is prima voor jonge mensen, maar jij, Kristien, wordt straks vijftig! Weiger ik mijn leeftijd te aanvaarden? Klamp ik me vast aan een jeugd die ik niet meer heb? Er is een leeftijd voor alles! Als ge naar de vijftig gaat, dan wordt het stilaan tijd voor een reis met de autocar. (Kristien Hemmerechts, Notities bij...

2024-04-29
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

autocar

Autobus, als openbaar vervoermiddel. Hier toetert een vrachtwagen, het typische open vehikel met ruwe banken, dat hier als autocar dient, Vrouw en Wereld juni 1975, p. 17. Deelname aan de wandeling: gratis voor de bezitters van de Wandelpas.... Inschrijving nodig voor de autocar, Volksmacht 1/4/1977, p. 17. Opm.: In de standa...

2024-04-29
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Autocar

(reis)bus, luxe bus.

2024-04-29
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Autocar

automobiel.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Autocar

m. (-s), grote reizigersautomobiel.

2024-04-29
Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

Autocar

m. sightseeingcar, autocar, touringcar.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

autocar

('outo) m. en v. (-s) [Eng.] grote autobus.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

AUTOCAR

m. (-?), automobiel.