Wat is de betekenis van assembler?

(assembleertaal) Programmeertaal van de tweede generatie. Iedere instructie in assembleertaal correspondeert één op één met een instructie in machinetaal. Wordt over het algemeen als weinig toegankelijk en omslachtig ervaren.

[Eng. = lett.: samenvoeger, monteur, van assemble = samenvoegen, van Fr. assembler, vgl. assembleren] 1 (comp.) vertaalprogramma dat wordt gebruikt om een in assembleertaal geschreven programma te converteren naar machinetaal; 2 (comp.) assembleertaal.

programma dat een in een assembleertaal geschreven algoritme vertaalt in een machinetaal voor uitvoering door de computer. - assembleerprogramma

I. verzamelen, samenbrengen, doen samenkomen, bijeenroepen; samenvoegen, verbinden, verenigen; monteren, in elkaar zetten; lassen, voegen; II. s’assembler, bijeenkomen, zich verzamelen, vergaderen, zich verenigen.

monteur.

...