asfaltjeugd
(1946) (pej.) jongeren (elf tot achttienjarigen) die samentroepen op pleinen en in portieken en opgroeien zonder begeleiding; moeilijk opvoedbare, asociale jongeren. Zij moesten hun weg vinden in de asfaltjungle*. • Is dat het beeld van onze hedendaagse jeugd? Neen, waarlijk en gelukkig niet. Door verstandig ouderschap, door kinderpolitie, voo...