Wat is de betekenis van arsenaal?

arsenaal - Zelfstandignaamwoord 1. opslag plaats voor oorlogsbehoeften voor land- of zeemacht 2. (figuurlijk) de voorraad wapens, middelen die men tot zijn beschikking heeft om iets te doen ♢ Bij wijze van warming-up speelden Jagger, Richards en drummer Charlie Watts een bluesje, puttend uit het enorme ars...

arsenaal - zelfstandig naamwoord uitspraak: ar-se-naal 1. opslagplaats van wapens ♢ in Muiderberg bevindt zich een arsenaal 2. grote hoeveelheid ♢ hij had een heel arsenaal aan uitvluchten, toen...

brandweerkazerne Een ander incident vond plaats in de jaren '60, tijdens de bouw van een nieuw arsenaal. ‘Mijn schoonbroer Joris D'Hondt, ook brandweerman, is tijdens de bouw van het dak gevallen en op zijn hoofd neergekomen.’ (Gazet van Antwerpen) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 7 Vlaamsheid:...

(het, -nalen) in België ook: werkplaats bij de spoorwegen, brandweerkazerne.

Arsenaal werd het stel pakhuizen aan het Waterlooplein genoemd. Sinds het na 1808, evenals het ernaast gelegen Oudezijds Huiszittenhuis*, aan zijn oude bestemming onttrokken werd, heeft het een tijdlang gediend als opslagplaats voor o.a. wapentuig. De pakhuizen zijn in 1610 gebouwd als graan- en turf- bergplaatsen ten behoeve van de O.Z. Huiszitten...

bewaarplaats van legerbehoeften; werkplaats van de spoorwegen (B); wapenmagazijn

Inrichting voor het opslaan, vervaardigen en herstellen van wapentuig, met name voor de artillerie; ook een inrichting waar oorlogsschepen worden gebouwd, gerepareerd, bevoorraad en bemand. Beide typen waren in Zeeland aanwezig, vooral in versterkte steden aan het water. Zo had Zierikzee zijn Arsenaal of Tuighuis achter de Noordhavenpoort en kende...

ook tuighuis genaamd, bewaarplaats voor wapens. Men spreekt ook vaak van depot.

(Centrale) werkplaats (bij de spoorwegen e.d.); ook: brandweerkazerne. Dat papier hardnekkig kan zijn, hebben de Brechtse brandweerlui eveneens ondervonden, want nauwelijks waren ze in het arsenaal terug, of er kwam een nieuwe oproep, Gazet v. Antw. 29/6/2977.