Ariaantje
(18e eeuw) (scheldw.) vrijdenker, afvallige. • Ariaantje: vrijdenker, afvallige. Term uit de 18de en 19de eeuw, afgeleid van Arianus, een ketter wiens verderfelijke godsdienstige opvattingen op het concilie van Nicea (325) werden verworpen. Ook gebruikt in niet-geloofszaken. (Het vrije volk, 19/06/1989)