Wat is de betekenis van ARENDSBLIK?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Arendsblik

m. (-ken), de scherpe blik als van een arend waarmee iem. alles rondom hem overziet: niets ontsnapte aan des veldheers arendsblik ; — ook van de blik des geestes : zijn arendsblik doorzag het ganse plan.

2025-07-16
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

arendsblik

skerp blik wat alles rondom raaksien.

2025-07-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

arendsblik

m. arendsblikken (fig. alles overziende, doordringende blik).

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

arendsblik

m. (-ken) 1. Eig. blik van de arend. 2. Metf. scherpe, doordringende blik.

2025-07-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Arendsblik

m. (-ken), de scherpe blik als van een arend waarmee iemand alles rondom hem overziet; ook van de blik van de geest: zijn Arendsblik doorzag het hele plan.

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

ARENDSBLIK

m. (-ken), de scherpe blik waarmee iem. alles rondom hem overziet: niets ontsnapte aan des veldheers arendsblik; — ook in toepassing op het vermogen van den geest om aard en wezen der dingen te doorgronden zijn arendsblik doorzag het gansche plan.

2025-07-16
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-16
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)