aprillen
aprillen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord april
Wiktionary (2019)
aprillen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord april
Jozef Verschueren (1930)
(a'prillen) (aprilde, heeft geaprild) Scherts, op de 1ste april voor de gek houden. aprilmaand (a'pril) v. (-en). aprilmop v. (-pen). aprilpoets v. (-en).
J.H. van Dale (1898)
(aprilde, heeft geaprild), (w. g.) iemand naar ’t oude volksgebruik op 1 April beetnemen, voor den gek houden.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: