Wat is de betekenis van APRILBLOEMPJE?

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aprilbloempje

o. (-s), sleutelbloem, primula.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

aprilbloempje

(a'pril) o. (-s) sleutelbloem.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Aprilbloempje

o., (-s), primula.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

APRILBLOEMPJE

o. (-s), sleutelbloem, primula.

Gerelateerde zoekopdrachten