Wat is de betekenis van apr?

2024-04-24
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

apr

april. april. Voorbeelden: Jan/jan., feb/feb. enzovoort zijn 'echte' afkortingen. Dat wil zeggen dat jan niet wordt uitgesproken als 'jan', maar als 'januari', dus als het volledige woord waar de afkorting voor staat. Echte afkortingen worden doorgaans met een punt geschreven, bijvoorbeeld: afb. (afbeeld...

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

apr

apr - Zelfstandignaamwoord 1. (afkorting) vierde kalendermaand, april Gesloten: 5 apr 2011 en 19 apr 2011.|Op 5 en 19 april 2011 gesloten. Woordherkomst (verkorting) van het Nederlandse zelfstandige naamwoord april Zie ook apr.

2024-04-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-24
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)