Wat is de betekenis van APPELSIENBOOM?

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

APPELSIENBOOM

m. (-cn); ...MAN, m.; ...SAP, o.; ...SCHIL, v. (-lcL); ...WIJF, v. (...wijven), verkoopster van sinaasappels; enz. (alle samenstellingen gew. en Zuidn.).

Gerelateerde zoekopdrachten