Apparatuur
Beugel.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
geheel van apparaten. geheel van bij elkaar horende apparaten, toestellen of instrumenten, die eenzelfde functie hebben of voor hetzelfde doel gebruikt worden, zowel in het dagelijks leven, als in de techniek, de wetenschap, etc.. Voorbeelden: De Borealis is uitgerust met afgesloten tanks waar een miljoen liter water in kan, een oude...
Wiktionary (2019)
apparatuur - Zelfstandignaamwoord 1. het geheel aan toestellen en toebehoor dat men voor een bepaalde taak benodigt. ♢ Hoewel hij nooit kookte had hij toch een enorme hoeveelheid keukenapparatuur in zijn keuken staan. Woordherkomst uit het Duits Verwante begrippen apparaat...
Muiswerk Educatief (2017)
apparatuur - zelfstandig naamwoord uitspraak: ap-pa-ra-tuur 1. apparaten die bij elkaar horen ♢ voor het discofeest werd alle apparatuur ingeschakeld Zelfstandig naamwoord: ap-pa-ra-tuur de apparatuur
dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: