Wat is de betekenis van apparaatje?

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

apparaatje

(2000) (euf.) dildo* of vibrator. Syn.: kietelstaaf*; speeltje*. • Een Etos-verkoopster is niet van plan 'uitgebreid voorlichting te geven'. 'Het is toch duidelijk wat het is.' Niet alle klanten herkennen de apparaatjes. Klant M. Held (22) giechelt. 'Als ik er eentje zou willen, zou ik hem kopen in een seks-shop waar i...

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

apparaatje

apparaatje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord apparaat