Wat is de betekenis van apicultuur?

2024-04-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

apicultuur

bijenteelt. het telen van bijen; bijenteelt. Voorbeelden: Ten overvloede: een Latijnse bij is een apis, maar een andere term voor bijenteelt is apicultuur. De Standaard, 1996

2024-04-29
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Apicultuur

[v. Lat. apis = bij (insekt), en cultura = verzorging] bijenteelt (van honingbijen).

2024-04-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Apicultuur

bijenteelt

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Apicultuur

(Lat.), v., bijenteelt.

2024-04-29
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

apicultuur

v. bijenteelt.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

apicultuur

v. (Lat. apis = bij: bijenteelt).

2024-04-29
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Apicultuur

bijeenteelt.

2024-04-29
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Apicultuur

Apicultuur - zie Bijenteelt.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Algemeen Technisch woordenboek

H.J. van Eyk (1916)

Apicultuur

Bijen teelt.