Wat is de betekenis van ANGSTVOL?

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Angstvol

bn., thans w. g., (sterker dan) angstig:: de kinderen drongen zich angstvol tegen mij aan ; op angstvolle toon ; angstvolle nachten ; een angstvol vooruitzicht..

2025-07-15
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

angstvol

('angst) bn. en bw. angstig, doch sterker.

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

ANGSTVOL

bn. (sterker dan) angstig de kinderen drongen zich angstvol tegen mij aan; op angstvollen toon; angstvolle nieuwsgierigheid; angstvolle nachten; een angstvol vooruitzicht, — bw. een angstvol ; drukkend gevoel.

Gerelateerde zoekopdrachten