anderstalige
(1990+) (euf.) allochtoon. Zie ook: allahtoon*; allo*; anderheimer*. • Dertig jaar geleden gaf uw nederige columnist les op een school met veel allochtonen. Die heetten toen ‘anderstaligen’. (Theodor Holman: Holman liegt. 2014)
Marc De Coster (2020-2024)
(1990+) (euf.) allochtoon. Zie ook: allahtoon*; allo*; anderheimer*. • Dertig jaar geleden gaf uw nederige columnist les op een school met veel allochtonen. Die heetten toen ‘anderstaligen’. (Theodor Holman: Holman liegt. 2014)
Wiktionary (2019)
anderstalige - Zelfstandignaamwoord 1. iemand wiens moedertaal een andere is dan algemeen gesproken in een gebied ♢ Steeds meer anderstaligen wonen in Nederland. anderstalige - Bijvoeglijk naamwoord 1. verbogen vorm van de stellende trap van anderstalig Woordherkomst a...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: