Wat is de betekenis van Amor?

Eros was de Griekse god van de vleselijke liefde. In het Latijn heet hij Amor (liefde) of Cupido (begeerte). Eros was het hulpje, volgens sommigen zelfs de zoon, van de godin van de liefde en de vruchtbaarheid Aphrodite. Hij was degene die mensen verliefd maakte door een pijl in hun hart te schieten. Zelf verloor Eros zijn hart aan de oogverblinden...

Zie cupido.

Een droommotief dat op een hartstochtelijke maar toch tijdelijke liefde wijst. De naakte liefdesgod in de gedaante van een kind wijst op liefdesavonturen die vrij oppervlakkig zijn. Hij vertoont zich in de droom echter alleen aan mensen die zich met de mythologie en de bijbehorende personages bezig hebben gehouden. Hij is dus geen archetypisch teke...

liefde

of Cupido, Grieks Eros, is in de Oudheid de belichaming van de plotseling ontluikende liefde in haar lichtvoetig-olijke vorm. Hij wordt meestal als een naakt gevleugeld jongetje met pijl en boog voorgesteld, dat niet alleen mensen, maar ook góden in het hart treft en daardoor hun liefde doet ontvlammen.

of Cupido, Romeinse benaming voor de Griekse god Eros, de god van de liefde. Verschillende goden worden als zijn ouders vermeld, maar als zijn moeder gold bij uitstek Aphrodite, bij de Romeinen: Venus. Verg. laat Amor een belangrijke rol spelen bij de romance tussen Dido en Aeneas (Verg. 1,658).ICONOGRAFIE De oudheid stelt Amor voor als een knaap,...

liefdegod; amor patriae: vaderlandsliefde; amor vincit omnia: liefde overwint alles,

m. (-s), zoon van Vernis, Romeinse liefdegod; beeld daarvan, gewoonlijk als gevleugelde knaap met pijl en boog.

ōris, m. 1. eig., liefde (vooral uit neiging of hartstocht); plur., amores ook = minnarijen, boeleringen; gepersonifieerd, Amor, minnegod, Amor, Cupido, plur., minnegodjes, amoretten. | concr., lieveling, geliefde. 2. overdr., liefde tot iets, verlangen, begeerte, lust, wens.