Amoom
[Gr. amoomon = specerijplant] geslacht Indische planten (amomum) waaruit een heerlijk geurende balsem wordt bereid.
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Gr. amoomon = specerijplant] geslacht Indische planten (amomum) waaruit een heerlijk geurende balsem wordt bereid.
M. J. Koenen's (1937)
v. amomen (Gr.-Lat. amomum: specerijachtige plant; geur v. deze plant): een wasem van amomen; inz. lit. t.
Jozef Verschueren (1930)
(a’mom) [msch. Gr. amomos, onberispelijk] 1. o. Eig, geurige balsem door de Ouden uit een welriekende Indische plant bereid. 2. v. (amomen) Metn. die plant.
J.H. van Dale (1898)
v. een geslacht van welriekende Indische planten, waaruit men een geurigen balsem bereidde; —, o. de welriekende balsem, uit deze plant (het woord is alleen door Bilderdijk meermalen gebruikt).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: