Wat is de betekenis van Amica?

2024-04-26
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Ămīca

ae, f. vriendin, speelgenote; geliefde, bijzit.

2024-04-26
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Amica

(lat.) Vriendin.