Wat is de betekenis van Ambtswoning?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ambtswoning

ambtswoning - Zelfstandignaamwoord 1. een woning die is toegewezen aan de beoefenaar van een ambt De Britse premier Theresa May wordt in reactie op de aanval door veiligheidsmensen afgevoerd bij het parlementsgebouw en snel per auto naar haar ambtswoning aan Downing Street gebracht. Bij de Cabinet Of...

2024-04-29
Begrippenlijst Staatsinrichting

Rijksoverheid (1992)

Ambtswoning

Een ambtswoning is een woning die aan een baan is verbonden. Een ambt is een baan bij het Rijk, de Provincie of de Gemeente. In zo'n woning mag je wonen zo lang je die baan vervult. Denk maar aan een woning van de burgemeester of aan een woning van de minister-president (dat is het Catshuis).

2024-04-29
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

ambtswoning

ambtswoning - Gebruik voor woningen voor personen die een publiek ambt uitoefenen, zoals staatshoofden.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ambtswoning

v. (-en), bij het ambt als zodanig behorende (vrije) woning: voor een ambtswoning moet hoogstens 15 % van het traktement aan huur betaald worden.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ambtswoning

v. ambtswonings (Fr. verplaatsbaar veldhospitaal; ziekenwagen; veldziekenhuis).

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ambtswoning

v. (-en).

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)