ambidexter
ambidexter - Bijvoeglijk naamwoord 1. alleen predicatief: zowel links- als rechtshandig
Wiktionary (2019)
ambidexter - Bijvoeglijk naamwoord 1. alleen predicatief: zowel links- als rechtshandig
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Lat., van amb- = aan beide zijden, en dexter = rechtshandig] iem. die zijn linker hand evengoed kan gebruiken als zijn rechter.
Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)
Van Dale Uitgevers (1950)
(Lat.), m. (-s), iemand die zich even vaardig van de linkerals van de rechterhand weet te bedienen ; (fig.) zeer handig man.
Winkler Prins (1949)
noemt men mensen, die de linkerhand even goed en vaardig kunnen gebruiken als de rechterhand.
M. J. Koenen's (1937)
m. ambidexters (Fr. ambidextre: iem., die zich even makkelijk van beide handen bedient; tig. zeer handig man), (x = ks).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: