Wat is de betekenis van amateurisme?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

amateurisme

amateurisme - Zelfstandignaamwoord 1. het beoefenen uit liefhebberij 2. (pejoratief) dilettantisme Woordherkomst afgeleid van amateur met het achtervoegsel -isme Verwante begrippen amateuristisch

2024-04-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Amateurisme

beoefening van iets uit liefhebberij

2024-04-29
Encyclopedie van het hedendaagse Friesland

Gerben Abma (1976)

AMATEURISME

De belangrijke plaats van de dorpsgemeenschap in het sociale leven in Friesland heeft tot een in verhouding intensieve beoefening van gemeenschapskunst- en -sportvormen geleid. Met name op het gebied van muziek, toneel en zang was tot in de jaren ’60 hier het aantal amateurverenigingen groter dan in de rest van Nederland. De ontvolking van he...

2024-04-29
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Amateurisme

geliefhebber.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Amateurisme

(Fr.), o., dilettantisme, het beoefenen (inz. van sport) uit liefhebberij : het amateurisme wordt bedreigd door het professionalisme.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

amateurisme

('rismə) o. beoefening als amateur.

2024-04-29
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

AMATEURISME

o. dilettantisme, het beoefenen uit liefhebberij het amateurisme wordt bedreigd door het professionalisme (bericht in een sportblad).