Wat is de betekenis van ALZIJDIG?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Alzijdig

I. bw., naar, in alle richtingen : een alzijdig ontwikkeld verstand ; II. bn., naar alle kanten gekeerd ; (plantk.) alzijdige tros, met de bloemen naar alle kanten gekeerd ; — alzijdige kennis, kennis op allerlei gebied; — een alzijdige beschouwing, waarbij alle kanten der zaak bekeken worden; — een...

2025-07-16
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Alzijdig

adj. en adv., alsidich.

2025-07-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

alzijdig

bw. (aldus, op die wijze): doe ook gij niet alzijdig; Z.-N. iets alzijdig laten, blauw-blauw.

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

alzijdig

(al'zijdəch) bn. en bw. algemeen, in alle richtingen, op allerlei gebied : een -e vorming; ontwikkeld. Tgst. éénzijdig. alzijdigheid v.

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

ALZIJDIG

bn. alzijdige kennis, kennis op allerlei gebied; — eene alzijdige beschouwing, waarbij alle kanten der zaak bekeken worden; — een alzijdig geleerde, met alzijdige kennis; — (plantk.) alzijdige tros, met de bloemen naar alle kanten gekeerd; — bw. een alzijdig ontwikkeld verstand, in alle richtingen ontwikkeld. ALZIJDIGHEID...

2025-07-16
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)