Wat is de betekenis van ALZIEND?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

alziend

alziend - Bijvoeglijk naamwoord 1. alles ziende Fahrenholz heeft in Two A.M. de grote lijnen van Nach Mitternacht gevolgd. Keuns roman beschrijft gebeurtenissen gedurende twee dagen in Frankfurt. Sanna groeit op bij haar tante op het platteland en vertrekt naar Frankfurt, waar zij in een artistiek milieu va...

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Alziend

bn., alles kunnende zien: de alziende God\ het alziend oog, God ; (in de kunst) een oog in een driehoek, omgeven door een krans van gouden stralen, symbool van de alziende God.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

alziend

1. bn.: het alziend oog, Gods oog; 2. Alziende, de m. (God).

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

alziend

('al) bn. die alles ziet: de -e God. Alziende (al'zi:ndə) m. God.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

ALZIEND

bn. die alles ziet; de alziende God; het alziend oog; — (fig.) (in de kunst) een oog in een driehoek, die omgeven is door een krans van gouden stralen, symbool van den alzienden God. ALZIENDE, m.

2024-04-29
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)