almanakje
(1932) (inf.) spel kaarten. • (J.G.M. Moormann: De geheimtalen. 1932) • (Rien van den Broek & Ad Kerstens: Van aaszak tot zwabber. Woordenboek van de kaartspeler. 2018)
Marc De Coster (2020-2024)
(1932) (inf.) spel kaarten. • (J.G.M. Moormann: De geheimtalen. 1932) • (Rien van den Broek & Ad Kerstens: Van aaszak tot zwabber. Woordenboek van de kaartspeler. 2018)
Wiktionary (2019)
almanakje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord almanak
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: