Wat is de betekenis van allemansvriend?

2024-04-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

allemansvriend

iemand die iedereen te vriend houdt. iemand die iedereen te vriend houdt; iemand die met iedereen vriendschap wil onderhouden. Vaak met de negatieve bijgedachte dat die vriendschap dan niet veel waard zal zijn of dat genoemde persoon over weinig ruggengraat beschikt, soms ook met de positieve gedachte aan goedmoedigheid. Voorbeeld...

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

allemansvriend

(1974) (Gent, sch.) toiletpapier. • (L. Lievevrouw-Coopman: Gents Woordenboek. 1974)

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

allemansvriend

allemansvriend - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die door iedereen geliefd is en geen vijanden heeft The Weeknd bevindt zich in een lastige spagaat tussen luchtige popmuziek en de heftige emoties die Tesfaye wil overbrengen. „When I’m fucked up, that’s the real me” zong hij in ‘The Hills’. De echte Abel Tesf...

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

allemansvriend

allemansvriend - zelfstandig naamwoord uitspraak: al-le-mans-vriend 1. iemand die met iedereen vriendschap wil sluiten ♢ Oskar is niet kieskeurig, hij is een echte allemansvriend Zelfstandig naamwoord: al-le-mans-vriend ...

2024-04-29
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

allemansvriend

(de, -en), iemand die door iedereen als vriend(in) beschouwd wordt, geliefde persoon. Het eerste meisje was allemansvriend; zij werd door iedereen bemind en heette Akoeba ( ) (van Cappelle 327). Etym.: In AN betekent a. meer iemand die zichzelf als vriend van allen beschouwd; daarbij heeft het woord dan een ongunstige bijbetekenis: opportunist e.d.

2024-04-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

allemansvriend

iem. wat (graag) by almal in die guns staan.

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Allemansvriend

s., allemansfreon.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Allemansvriend

m. (-en), iem. die iedereen vriendschap betoont (meestal met de bijgedachte dat zijn vriendschap daardoor waardeloos is): allemansvriend is allemansgek; ook: die hond is een allemansvriend, loopt iedereen na, wil bij iedereen zijn.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

allemansvriend

m. allemansvrienden: die hond is een allemansvriend.