Wat is de betekenis van alleenheerschappij?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

alleenheerschappij

alleenheerschappij - Zelfstandignaamwoord 1. (politiek) volstrekte heerschappij van één persoon Woordherkomst samenstelling van alleen en heerschappij Synoniemen autocratie

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Alleenheerschappij

v., volstrekte heerschappij van één persoon, onbeperkte oppermacht (ook fig.).

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

alleenheerschappij

v. (onbeperkte oppermacht).

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

alleenheerschappij

(al'le:n) v. onbeperkte oppermacht. alleenheersend bn.

2024-04-26
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Alleenheerschappij

Zie Autocratie.

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

ALLEENHEERSCHAPPIJ

Alleenheerschappij v. volstrekte heerschappij, onbeperkte oppermacht. ALLEENHEERSCHEND, bn.

2024-04-26
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)