Wat is de betekenis van Alien?

2024-04-29
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

alien

(bijvoeglijk naamwoord) [alg.] buitenaards - Natuurlijk is er buitenaards leven. Die Marsmannetjes zijn toch geen verzinsel!

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

alien

(2009) (< Eng.) (jeugd) wereldvreemd iemand. Uiteraard populair geworden sinds de gelijknamige films. • Een alien is het, hij is gek. (Marijn Backer: Ik ben van niemand. 2009) • Hé, Han, hoor je dat? Die alien hier achter ons weet niet eens wie Kurt Cobain is. (Judith Visser: Zondagskind. 2018)

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

alien

alien - Zelfstandignaamwoord 1. een, gewoonlijk intelligent, buitenaards wezen Deze film ging over aliens en was behoorlijk griezelig. Woordherkomst van het Engels

2024-04-29
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Alien

Alien - (Eng.), buitenaards wezen. De term werd bij ons populair in de jaren tachtig, vooral na vertoning van sf-films als E.T. Ik was een soort alien, voelde me heel alleen. HP/De Tijd, 17-07-98

2024-04-29
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Alien

I vreemd (aan to, from), buitenlands; II vreemdeling.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)