alien
(bijvoeglijk naamwoord) [alg.] buitenaards - Natuurlijk is er buitenaards leven. Die Marsmannetjes zijn toch geen verzinsel!
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
(bijvoeglijk naamwoord) [alg.] buitenaards - Natuurlijk is er buitenaards leven. Die Marsmannetjes zijn toch geen verzinsel!
Marc De Coster (2020-2024)
(2009) (< Eng.) (jeugd) wereldvreemd iemand. Uiteraard populair geworden sinds de gelijknamige films. • Een alien is het, hij is gek. (Marijn Backer: Ik ben van niemand. 2009) • Hé, Han, hoor je dat? Die alien hier achter ons weet niet eens wie Kurt Cobain is. (Judith Visser: Zondagskind. 2018)
Wiktionary (2019)
alien - Zelfstandignaamwoord 1. een, gewoonlijk intelligent, buitenaards wezen ♢ Deze film ging over aliens en was behoorlijk griezelig. Woordherkomst van het Engels
Marc de Coster (1999)
Alien - (Eng.), buitenaards wezen. De term werd bij ons populair in de jaren tachtig, vooral na vertoning van sf-films als E.T. Ik was een soort alien, voelde me heel alleen. HP/De Tijd, 17-07-98
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: