Wat is de betekenis van agiteren?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Agiteren

(agiteerde, heeft geagiteerd), (<Fr.), 1.aanzetten, verontrusten ; meest in het verl. deelw. Als bn. : hij is zeer geagiteerd, gejaagd ; — bw. : hij spreekt zeer geagiteerd ; 2. agitatie voeren, drijven.

2025-07-16
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

agiteren

agiteren - Werkwoord 1. (inerg) ~voor onrust stoken Er wordt in oostelijk Oekraïne geagiteerd voor afscheiding en aansluiting bij Rusland. 2. (ov) in een staat van zenuwachtige opwinding brengen Die gedachte agiteerde hem. Woordherko...

2025-07-16
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Agiteren

opwinden; opruien

2025-07-16
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Agiteren

verontrusten, opwinden, tot iets prikkelen of aansporen.

2025-07-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

agiteren

geagiteerd (Fr. [Lat. agitare]: opruien; verontrusten; zenuwachtig maken), (gi = zji).

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

agiteren

('te:rən) (agiteerde, heeft geagiteerd) [Fr. < Lat. agitare] verontrusten, opwinden, opruien.

2025-07-16
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

agiteren

agiteren ww. 'verontrusten' categorie: leenwoord Vnnl. agiteren "neerstelicken doen, oeffenen, steken met sporen, hitsen oft driuen" [1553; Werve], 'drijven, beroeren' [1650; Hofman], "drijven, beroeren, anstooken, dikwils doen, schudden" [1668; Koerbagh]; de betekenis 'gejaagd maken, in opwinding brengen' komt sinds 1765 voo...

2025-07-16
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-16
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)