Wat is de betekenis van AGGLOMERAAT?

2025-07-14
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-14
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Agglomeraat

(<Fr.), v. (...aten), opeenhoping zonder innerlijke samenhang : een corps, een lichaam zijn die Hagenaars nooit geweest; het is een agglomeraat van mensen uit allerlei oorden.

2025-07-14
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Agglomeraat

[Fr. agglomérat] eig.: het resultaat van samenklonteren; 1 (alg.) opeenhoping waarin innerlijke samenhang ontbreekt; samenvoegsel van soortverschillende delen die van buiten af bij elkaar zijn gebracht; 2 (geol.) chaotisch samensmeltsel van vulkanische steenbrokken. (Vgl. conglomeraat).

2025-07-14
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Agglomeraat

samengesteld gesteente; opeenhoping zonder innerlijke samenhang

2025-07-14
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Agglomeraat

een sediment dat uit losse of samengekitte grove en puntige, door verwering gevormde gesteenteresten bestaat.

2025-07-14
Technische encyclopedie

Winkler Prins (1975)

AGGLOMERAAT

(Fr.: agglomérat; Du.: Anhäufung; Eng.: agglomerate), in het algemeen een aanduiding voor een massa die ontstaan is door het samenkomen of samenklonteren van kleinere delen. In de geologie heeft agglomeraat de speciale betekenis van een meestal niet aaneengekitte afzetting uit losse, hoekige gesteentefragmenten met een d...

2025-07-14
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Agglomeraat

o., het opeengehoopte.

2025-07-14
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Agglomeraat

is een chaotische verzameling van grove, ronde of hoekige gesteenten, waarbij de tussenliggende materie uit tuf bestaat. De stenen zijn tijdens een vulkanische uitbarsting uitgeworpen en komen hoofdzakelijk in of nabij de kraterpijp voor.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-14
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Agglomeraat

aaneenklontering, conglomeraat.