Wat is de betekenis van Agentschap?

o. (-pen), 1. betrekking van agent in de verschillende opvattingen des woords: hij heeft een agentschap van een dagblad ; 2. kantoor van een agent: door de Nederlandse Bank worden agentschappen gevestigd op die plaatsen welke daartoe door de gemeenschappelijke vergadering van de Directie en van de Commissarissen zullen worden aangewe...

agentschap - Zelfstandignaamwoord 1. lokale vertegenwoording van een grotere organisatie Woordherkomst Afgeleid van agent met het achtervoegsel -schap.

Agentschap is de benaming voor een onderdeel van een grotere organisatie, instelling, of onderneming, met een geheel zelfstandige bedrijfsvoering, inhoudende zelfstandig bestuur, voeren van een eigen financiële administratie en begroting, gericht op het invullen van de voor dat bedrijfsonderdeel specifiek geformuleerde doel- en taakstellinge...

zie: alleenvertegenwoordiging.

s.n., agintskip (it).

o. agentschappen (betrekking van agent; het kantoor van een agent): hier ter stede is een agentschap der Ned. Bank; een telegraaf agentschap.

(a'gentschap) o. (-pen; -je) 1. Eig. betrekking van agent. 2. Metn. kantoor van een agent.

Agentschap o. (-pen), de betrekking van agent in de verschillende opvattingen des woords door de Nederlandsche Bank worden agentschappen gevestigd op die plaatsen welke daartoe door de gemeenschappelijke vergadering van de Directie en van de Commissarissen zullen worden aangewezen; — het kantoor van een agent.

...