Wat is de betekenis van AFZICHTELIJKHEID?

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afzichtelijkheid

v., 1. de hoogste graad van lelijkheid: een zwijn, welks lelijkheid en afzichtelijkheid door dit versiersel slechts te meer in het oog valt; 2. (.. .heden), zaak, toestand of voorstelling die het gezicht, het schoonheidsgevoel of de zedelijke zin alleronaangenaamst aandoet: een schrijver die er behagen in schept allerlei afzichtelijkhede...

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

afzichtelijkheid

v. (...heden) 1. Eig. het afzichtelijk zijn. 2. Metn. wat afzichtelijk is.

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

AFZICHTELIJKHEID

Afzichtelijkheid v. de hoogste graad van leelijkheid: het verachtelijk zwijn wordt daardoor niet minder een zwijn, welks leelijkheid en afzichtelijkheid zeer in het oog valt; —, (...heden), voorwerp, toestand of voorstelling die het gezicht, het schoonheidsgevoel of den zedelijken zin alleronaangenaamst aandoet: een schrijver die er behagen i...