Wat is de betekenis van afvoerpijp?

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afvoerpijp

v. (-en), pijp of buis, dienende om water of andere vloeistof te laten aflopen.

2025-07-15
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afvoerpijp

afvoerpijp - Zelfstandignaamwoord 1. buis om vloeistoffen weg te laten vloeien, soms ook gebruikt voor gassen of rook Lachend stak toenmalig staatssecretaris Pieter van Geel (VROM, CDA) de schop de grond in. ‘Gidsstad’ Rotterdam liep weer eens voor de muziek uit. Overtollige restwarmte uit het havengebied z...

2025-07-15
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

afvoerpijp

afvoerpijp - De pijpleidingen waaruit het loodgieterswerk van een afvoersysteem bestaat.

2025-07-15
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

afvoerpijp

v. (-en) pijp die water enz. afvoert: de van de goot.

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

AFVOERPIJP

Afvoerpijp v. (-en), pijp of buis, dienende om water of andere vloeistof te laten afloopen.

2025-07-15
Woordenboek Nederlands - Marokkaans Arabisch

Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press