AFTROUWEN
Aftrouwen (trouwde af, heeft afgetrouwd), iem. eene vrouw aftrouwen, eene vrouw trouwen die een ander begeerde te huwen.
J.H. van Dale (1898)
Aftrouwen (trouwde af, heeft afgetrouwd), iem. eene vrouw aftrouwen, eene vrouw trouwen die een ander begeerde te huwen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: