Wat is de betekenis van AFTROUWEN?

2025-07-14
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

AFTROUWEN

Aftrouwen (trouwde af, heeft afgetrouwd), iem. eene vrouw aftrouwen, eene vrouw trouwen die een ander begeerde te huwen.

Gerelateerde zoekopdrachten