Wat is de betekenis van Aftronen?

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aftronen

(troonde af, heeft afgetroond), 1. door mooie praatjes enz. iem. van een persoon of een plaats aflokken: hij wist het kind met een zoet lijntje van het dienstmeisje, van het venster af te tronen; — iem. van iets aftronen, hem door mooie praatjes bewegen een handeling, een gewoonte, een voornemen, gewillig te laten varen: iem....

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

aftronen

troonde af, h. afgetroond (met mooie praatjes: 1 iem. van een plaats aflokken; 2 iets weten te krijgen); 1. iem. van zijn post aftronen; 2. iem. iets aftronen.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

aftronen

(troonde af, heeft afgetroond) 1. door een lokmiddel er vandaan krijgen : iemand van zijn post -. 2. behendig verkrijgen : iemand geld -.

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)