Wat is de betekenis van Afschuren?

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afschuren

afschuren - Werkwoord 1. (ov) door schuren gladmaken Hij had het werkstuk nog niet afgeschuurd. Woordherkomst samenstelling van af(bijwoord) en schuren(werkwoord)

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Afschuren

v., ôfskuorje, -skjirje.

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afschuren

(schuurde af, heeft en is afgeschuurd), 1. door schuren wegnemen: liet roest van ijzerwerk, het zwart van een ketel, olievlekken van een marmeren plaat enz. af schuren; 2. door schuren reinigen: de ketel, de plaat af schuren ; — zich het vel van de vingers af schuren ; 3. door schuren de oneffenheden der oppervlakte wegnemen en daard...

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

afschuren

('af) (schuurde af, afgeschuurd) I. (heeft) 1. door schuren wegnemen : het zwart (van een ketel) –. 2. door schuren reinigen : een ketel –. 3. schurend wegspoelen : het water schuurt de oever af. II. (is) door schuring afnemen : de oever schuurt af.

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Afschuren

AFSCHUREN, (schuurde af, heeft en is afgeschuurd), (roest of vlekken van een metalen of steenen voorwerp) door schuren wegnemen: het roest van ijzerwerk, het zwart van een ketel, olievlekken van eene marmeren plaat enz. afschuren, ook den ketel, de plaat afschuren; — de buitenste stofdeeltjes van harde voorwerpen door schuren losmaken en wegn...