Wat is de betekenis van afrit?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afrit

afrit - Zelfstandignaamwoord 1. een verkeersweg waarlangs men van een autoweg of autosnelweg af kan rijden Neem de eerste afrit links en ga vervolgens rechtdoor. Woordherkomst helling waar men vanaf kan rijden Synoniemen afslag, uitrit. Antoniemen oprit

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afrit

m., 1. het afrijden, wegrijden: bij de afrit tegenwoordig zijn; 2. ( w. g.) het naar beneden rijden : de afrit van zulk een steile hoogte was zeer gevaarlijk ; 3.helling waarlangs men naar beneden kan rijden.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

afrit

1. m., het wegrijden: de afrit zou om zes uur plaatshebben, het vertrek; 2. v. -ritten, helling om af te rijden.

2024-04-29
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Afrit

de helling welke van een dijk of brug omlaag voert.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

afrit

('af) m. (–ten) 1. Eig. het afrijden : de – heeft te 6 uur plaats; verboden –. Syn. →: afmars. 2. Metn. helling waar men langs afrijdt.

2024-04-29
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Afrit

of Ifrit, in de Arabische mythologie een machtige booze geest; en in het algemeen een demon.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Afrit

AFRIT, m. het afrijden, het vertrek van ruiters, schaatsenrijders, rijtuigen of de daarin gezeten personen : bij den afrit tegenwoordig zijn; — (w. g.) het naar beneden rijden : de afrit van zulk eene steile hoogte was zeer gevaarlijk; — de helling langs welke men afwaarts rijdt.