Wat is de betekenis van Afrikaansch?

2024-04-28
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Afrikaansch

verouderd en verbasterd Nederlandsch der → Afrikaander.

2024-04-28
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Afrikaansch

een heterochthoon Ned. dialect in Z. Air. Het Ned., dat in 1652 in Z. Air. kwam, ontwikkelde zich steeds meer en wijkt nu ver van ons Alg. Beschaafd af — bijv. dooreenwarring der rededeelen: die skape dood bij hope; flectie en conjugatie verdween: ons is; medeklinkervereenvoudiging: bergen berre. Vooral Zh. elementen — seun i.p.v. zoon...

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Afrikaansch

Het begrip afrikaansch heeft 2 verschillende betekenissen: 1. afrikaansch - AFRIKAANSCH, bn. uit of van Afrika: Afrikaansche diamanten. 2. afrikaansch - AFRIKAANSCH, o. de Zuidafrikaansche taal.