afrijden
(17e eeuw) (plat) geslachtsgemeenschap hebben, copuleren (vanuit het mannelijk standpunt). 'Zich afrijden': masturberen. • Indien haer geyle leden By iemant van het volck oyt waren afgereden. (Cats. 1625) • Ik trek nog steeds niet, maar wel rijd ik mij af in een grote wollen zwarte kous, op mijn buik liggend. Op die manier kom i...