Wat is de betekenis van Africhting?

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Africhting

v. (-en), de daad van africhten: de africhting van een ruiter vereist meer tijd dan die van een infanterist; de africhting van honden tot de jacht; die kostschoolhouder maakt bijzonder zijn werk van africhting voor de Militaire Akademie ; (smederij) na de africhting der zeis volgt het gladhameren, het harden, het afketsen enz.

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Africhting

AFRICHTING, v. (-en), de daad van af richten ; de africhting van een ruiter vereischt meer tijd dan die van een infanterist; de africhting van honden tot de jacht; die kostschoolhouder maakt bijzonder zijn werk van africhting voor de Militaire Akademie; (smederij) na de africhting der zeis volgt het gladhameren het harden, het afketsen, enz.